De spijsvertering zorgt ervoor dat alles dat wij eten, wordt afgebroken en wordt opgenomen of uitgescheiden. De spijsvertering begint in de mond. Zodra er voeding in de mond komt beginnen de speekselklieren met hun productie. Speeksel zorgt voor de eerst afbraak of opsplitsing van voedingsstoffen. Daarna gaat de voedselbrij via de slokdarm naar de maag toe.
De maag
De maag is een eerste opslagplaats voor ons voedsel. Voedsel wordt hier opgevangen, door elkaar gemengd en afgebroken. Maagzuur, eiwitsplitsende enzymen en vetsplitsende enzymen zorgen ervoor dat het voedsel verder wordt afgebroken. Maar in de maag vindt ook opname van water, enkelvoudige koolhydraten, korte ketenvetzuren en alcohol plaats.
De darmen
Na de maag gaat de voedselbrij via een kringspier door naar de dunne darm. Hier in de dunne darm komen de spijsverteringssappen van de alvleesklier vrij. Deze sappen komen alleen vrij wanneer de kringspier van de alvleesklier zich ontspant. Dit kan alleen plaats vinden in rust. Daarom is het voor de spijsvertering dan ook van belang om in rust te zijn tijdens het eten! Zonder deze spijsverteringsenzymen wordt het voedsel niet goed afgebroken en gaat het rotten in de darmen. Tijdens de spijsvertering heeft de alvleesklier twee belangrijke rollen namelijk het aanmaken en vrijgeven van spijsverteringssappen maar ook het aanmaken en afgeven van het hormoon insuline.
Te veel stress kan ervoor zorgen dat er minder natriumbicarbonaat wordt aangemaakt waardoor er spijsverteringsproblemen ontstaan.
Spijsverteringsenzymen
Er zijn drie soorten spijsverteringsenzymen, één voor het afbreken van vet, één voor het afbreken van eiwit en één voor het afbreken van koolhydraten. Samen met de spijsverteringsenzymen komt er ook natriumbicarbonaat vrij in de darm. Dit zorgt ervoor dat de PH neutraliseert. In de maag is de PH namelijk erg laag. Te veel stress kan ervoor zorgen dat er minder natriumbicarbonaat wordt aangemaakt waardoor er spijsverteringsproblemen ontstaan. Dit kan zich uiten in o.a buikpijn, een slechte adem of plakkende en vette ontlasting. En natuurlijk kunnen de voedingsstoffen niet worden opgenomen.
Wanneer de vertering goed verloopt worden de voedingsstoffen in het bloed van de poortader opgenomen. Vandaaruit gaat het bloed naar de lever, het hart, om van daaruit weer met zuurstof te worden rondgepompt.
Het kan ook zijn dat de andere spijsverteringssappen niet voldoende vrijkomen. Dit kan ervoor zorgen dat je klachten krijgt zoals opgeblazen gevoel, diarree, stinkende ontlasting (ja, want ontlasting hoort niet te stinken!), pijn in onderbuik, hoofdpijn en allerlei symptomen die voorkomen bij een tekort aan nutriënten.
Meer lezen over de darmen? Lees dan het blog Darmflora, wat is dat? Heb je persoonlijke vragen, stuur een e-mail.